Speerpunten

De ingezette verbetering van de dienstverlening zetten we in 2024 voort. De verbetering wordt meer zichtbaar en merkbaar. 
Zo werken we aan de resultaten van het in 2022 uitgevoerde onderzoek Burger- en ondernemerspeiling. Dit doen we aan de hand van het vastgestelde projectplan dienstverlening en participatie. Met de visie op Dienstverlening en het meerjaren-beleidsplan Informatievoorziening die we in 2023 vaststelden hebben we een duidelijke koers en richting.

Specifiek zetten we de ingezette verbetering op het gebied van Ruimtelijke Ontwikkeling en Dienstverlening voort. Met nieuwe werkwijzen, samenwerking en eigenaarschap bereiden we ons, naast het afhandelen van de reguliere aanvragen en plannen, voor op de Omgevingswet die op 1 januari 2024 in werking treed.

Voor de hele organisatie zetten we in 2024 in op extra sturing en coaching op bijvoorbeeld de onderdelen ontvangstbevestiging, regelmatige tusseninformatie geven over afdoening, afdoening volgens planning, nazorg, telefonische bereikbaarheid, terugbeldiscipline en klare taal.
De in 2023 nadrukkelijk ingezette lijn op het terugdringen en sneller afhandelen van terugbelverzoeken houden we vast en geven we ook in 2024 in vervolg.

Verder intensiveren we de aandacht voor dienstverleningscompetenties en het
dienstverleningsgedrag in brede zin (rond o.a. aspecten als eigenaarschap,
inlevingsvermogen en oplossingsgerichtheid) waarbij niet alleen het management, maar ook de in 2023 gestarte coach een belangrijke rol speelt.

Ook het data gedreven werken en de hiervoor aangestelde functionaris krijgt in 2024 meer vorm en inhoud.

We voeren de laatste aanbeveling van het eerdere organisatieonderzoek Twijnstra en Gudde uit. Die betreft het verminderen van de span of control van afdelingshoofden door het invoeren van een tussenlaag van een beperkt aantal teamleiders. De hiervoor noodzakelijke financiële middelen zijn in dit financieel perspectief verwerkt.
 
Hiermee zijn alle aanbevelingen van het genoemde organisatieonderzoek uitgevoerd. Vanzelfsprekend houden we aandacht voor de verdere ontwikkeling van de organisatie en zeker ook voor die van de organisatiecultuur en uitvoering van de in 2023 vastgestelde nieuwe organisatievisie (LEV). Dit maakt onderdeel uit van de opdracht aan het management en het structurele BAS-overleg (bestuurlijk ambtelijk samenspel) tussen college en mt.     
Verder voeren we een goed personeels- en arbeidsmarktbeleid en zorgen we dat ons arbeidsvoorwaardenbeleid minimaal gelijkwaardig is aan dat van andere gemeenten in de regio. 

Voor 2024 en verder wil het college geen grote wijzigingen in het parkeerbeleid doorvoeren. In 2023 hebben we het parkeerbeleid aangepast en waar mogelijk de scherpe kanten eraf gehaald. We blijven de effecten van het beleid monitoren en evalueren met de stakeholders de resultaten. Dit doen we ook in de kustkernen waar betaald parkeren niet is ingevoerd. 
In 2024 verwachten we hooguit wat kleine aanpassingen om het ingezette beleid verder te optimaliseren. 

Woningen voor alle doelgroepen
Eind november 2022 heeft de raad het Programma Wonen aangenomen. We hebben de ambitie om de komende jaren tot en met 2030 zo’n 852 nieuwe woningen te bouwen. Bij het Programma Wonen hoort ook een nieuwbouwprogrammering die het college maximaal tweemaal per jaar evalueert. Hiermee is de ambitie helder: het bouwen van 852 woningen tot 2030 zoals ook vastgelegd is in de begin dit jaar ondertekende woondeal.  

Naast het toevoegen van betaalbare koopwoningen zal Veere samen met partners werken aan het toevoegen van flex-huurwoningen en permanente sociale huur-woningen. Deze woningen bieden onderdak aan de doelgroepen waar wij een zorgplicht voor hebben, maar ook aan instromers die een economische binding met Veere hebben. Deze nieuwe Veerse inwoners zijn als werknemers hard nodig in de zorg en horeca, maar dragen ook bij aan het draagvlak voor de voorzieningen in de Veerse kernen.

Taskforce versnelling woningbouw
Willen we nieuwbouw in de gemeente versnellen dan zullen we meer (tijdelijke) ambtelijke capaciteit nodig hebben. Daarvoor is een taskforce Woningbouw opgericht. De taskforce zoekt naar creatieve oplossingen voor de korte termijn.

Instrumenten onderzoeken
De bestaande huisvestingsverordening moet worden geëvalueerd en vernieuwd. De uitbreidingsmogelijkheden van deze verordening en de effecten op beleid en financiën daarvan worden bekeken. De lang verwachtte invoer van de Omgevingswet en de daarbij horende publiek rechtelijke mogelijkheden ten behoeve van het woonbeleid worden ook onderzocht. De gemeente Veere overweegt daarnaast op termijn om grond in erfpacht uit te geven voor de bouw van koopwoningen. Een onderzoek moet uitwijzen of een erfpachtconstructie substantieel bijdraagt aan het behalen van de beleidsdoelen en wat de organisatorische en financiële gevolgen voor de gemeente zijn. Voor de onderzoeken naar voorrang voor eigen inwoners bij nieuwbouw en het invoeren van een zelfbewoningsplicht ramen we in 2023 en 2024 per jaar een budget van € 25.000.

We moedigen het verduurzamen van woningen aan. Dit doen we door leningen te verstrekken via onze duurzaamheidslening Duurzaam en Langer Thuis.

Om het klimaatakkoord en het klimaat- en energiebeleid uit het regeerakkoord uit te voeren, ontvangen provincies en gemeenten geld van de overheid. De bedragen die wij ontvangen, gebruiken we volledig voor dit doel. We blijven samenwerken met Duurzaam Bouwloket en intensiveren deze samenwerking. We verbeteren ook de website en de communicatie naar burgers en bedrijven.

Met de uitbreiding van ons team Duurzaamheid kunnen we doorgaan met de uitvoering van het Programma (zelfde vraag, moeten we dit nog verduidelijken?) en concrete projecten oppakken. Enkele voorbeelden hiervan zijn het Nationaal Isolatieprogramma, het aanpakken van energiearmoede en het verduurzamen van Maatschappelijk Vastgoed.

Indicatoren
We hechten grote waarde aan een gezond financieel beleid. Dit is nodig voor de gemeenten om in de toekomst voldoende middelen te hebben om alle taken uit te voeren en risico’s af te dekken. De belangrijkste indicatoren hiervoor zijn: 
-    een reëel en structureel sluitende meerjarenbegroting; 
-    financiële kengetallen (o.a. schuldquote en solvabiliteit) met signaalwaarden niet hoger dan behorend bij een gemiddeld risico; 
-    een weerstandsvermogen dat ruim voldoende is (ratio tussen 1,4 en 2,0).

Een reëel en structureel sluitende meerjarenbegroting blijft uiteraard het streven. We maken daar nu een kanttekening bij. In dit financieel perspectief is financiële onzekerheid geschetst, met name door de sterk teruglopende inkomsten (gemeentefonds). De middelen en taken zijn niet in balans, dit blijkt uit de ravijnjaren 2026 en 2027. 
  
Gemeentelijke lasten
Met betrekking tot 2024 was een extra verhoging van de onroerende zaakbelastingen voorzien van 5%. Dit is een verhoging die al eerder gepland was in de meerjarenramingen. Deze voeren we nu in twee stappen in van 2,5% (in 2024 en 2025) in. De overige heffingen verhogen we met het inflatiepercentage van 4,2%.

Voor 2024 stellen we voor om de tarieven voor onroerende zaakbelastingen voor niet-woningen voor eigenaren en gebruikers extra te verhogen met respectievelijk 16% en 11%. In de berekening van de algemene uitkering is de onroerende zaakbelastingen een inkomstenmaatstaf. De capaciteit van deze belasting geldt als een korting in de algemene uitkering (woz-waarde x gemiddeld tarief in Nederland). We hebben geconstateerd dat deze korting in de algemene uitkering 40% hoger is dan de feitelijke opbrengst. De negatieve effect willen we de komende 4 jaar stapsgewijs ombuigen.