Paragraaf financiering

Inleiding

In deze paragraaf wordt ingegaan op het risicobeheer van de financieringsportefeuille. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden, zorgen voor voldoende liquide middelen en daarbij afdekken van rente- en kredietrisico’s.

Het treasury beleid van de gemeente Veere is gericht op de ondersteuning van de publieke taak van de gemeente en heeft een risicomijdend en voorzichtig karakter.

 

Financiering

Voor een tekort aan liquide middelen moet de gemeente kort of lang geld aantrekken, omdat rood staan op onze bankrekening boven € 5.000.000 duur is (exedentrente).

Het financieringsbeleid is er op gericht geweest zo lang mogelijk met ‘kort geld’ te financieren. Gedurende het eerste halfjaar van 2021 zijn maandelijks kasgeldleningen afgesloten. Dit was mede noodzakelijk omdat ten gevolge van Covid-19 onder andere de voorlopige aanslag toeristenbelasting 2021 niet is opgelegd. Daarnaast is coulant omgegaan met de invordering van diverse andere belastingen.

 

In mei 2021 zijn een 5-tal langlopende geldleningen afgesloten voor de geplande investeringen in maatschappelijke voorzieningen. Hierdoor is het aantrekken van een maandelijkse kasgeldleningen niet meer nodig geweest voor het tweede halfjaar.

 

In september 2021 is bij een bestaande lening een renteherzieningen geweest.

 

Renteherziening leningen

Bedrag

datum herziening

percentage oud

percentage nieuw

looptijd

vaste looptijd

3.750.000,00

29-09-2021

3,12%

0,50%

30 jaar

ja

 

Onderstaande tabel geeft het effect weer van de reguliere aflossing op de gemiddelde rente van de leningenportefeuille.

 

Mutaties in leningenportefeuille

Bedrag

Gemiddelde rente

Stand per 1 januari 2021 leningenportefeuille

42.098

2,07%

Nieuwe leningen

  15.000

 

Reguliere aflossingen

1.507

 

Vervroegde aflossingen

  0 

 

Rente herzieningen

0

 

Stand per 31 december 2021 leningenportefeuille

55.590

1,54%

 

Kasgeldlimiet

De norm van de kasgeldlimiet is in de wet gesteld op 8,5% van het begrotingstotaal aan lasten. De kasgeldlimiet voor 2021 bedroeg € 6.263.000.

Heel 2021 is de rente voor kasgeldleningen historisch laag geweest. Begin 2021 is er optimaal gebruik gemaakt van het aantrekken van kasgeldleningen met in acht neming van het treasurystatuut en de Wet FIDO (Financiering decentrale overheid). Door het aantrekken van gelden voor langere termijn, zijn er met ingang van juni 2021 geen kasgeldleningen meer aangetrokken.

 

Prognose kasgeldlimiet per kwartaal 2021

 

 

1e kwartaal

2e kwartaal

3e kwartaal

4e kwartaal

 

Omvang begroting per 1 januari 2021

73.685 

 73.685

 73.685

  73.685

1)

Toegestane kasgeldlimiet

 

 

 

 

 

- in procenten

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

 

- in bedrag

  6.263

   6.263

   6.263

   6.263

 

 

 

 

 

 

2)

Omvang vlottende korte schuld

 

 

 

 

 

- opgenomen gelden korter dan 1 jaar

4.667

4.000

0

0

 

- schuld in rekening-courant

2.261

    3.399

362

97

 

- gestorte gelden door derden korter dan 1 jaar

0

0

0

0

 

- overige geldleningen niet zijnde vaste schuld

0

0

0

0

 

 

6.928

7.399

362

97

3)

Vlottende middelen

 

 

 

 

 

- contante gelden in kas

7

10

9

  7

 

- tegoeden in rekening-courant

30

107

       330

212

 

- overige uitstaande gelden korter dan 1 jaar

0

0

0

0

 

 

         37

117

339

219

4)

Toets kasgeldlimiet

 

 

 

 

 

Totaal netto vlottende schuld (2-3)

6.891

7.282

23

-122

 

Toegestane kasgeldlimiet (1)

6.263

6.263

6.263

6.263

 

Ruimte (+)/overschrijding (-); (1-4)

-628

-1.019

6.240

6.385

 

Renterisiconorm

Het uitgangspunt van de renterisiconorm is het beheersen van de renterisico’s op langlopende geldleningen. Dit gebeurt door het aanbrengen van spreiding in de looptijden van de leningen. Hiermee wordt voorkomen dat een groot deel van de leningen tegelijk opnieuw moeten worden afgesloten met het risico van snel oplopende rentelasten. Onder het ‘kopje’ Financiering is al gesproken over een renteherziening op de vaste schuld. De herfinanciering heeft geresulteerd in omzetting van één lening met een renteherziening elke 10 jaar in een lening met een vast rentepercentage tot het einde van de looptijd.

 

In de Wet Fido is een norm gegeven voor de omvang van het renterisico. De renterisiconorm is een percentage van het begrotingstotaal. De wetgever heeft bepaald dat in een jaar voor maximaal 20% onderhevig mag zijn aan renteherziening en herfinanciering. Op een begrotingstotaal van € 73.685.000 bedraagt de renterisiconorm € 14.737.000. De ruimte onder de renterisiconorm bedraagt voor 2021: € 9.480.000.

 

Renterisico vaste schuld over 2021

 

 

Begroting

Rekening

Berekening (bedragen x € 1.000)

2021

2021

Renteherziening op vaste schuld o/g

3.750

3.750

Aflossingen

1.507

1.507

Renterisico

5.257

5.257

Renterisiconorm

14.737

14.737

Ruimte onder renterisiconorm

9.480

9.480

Overschrijding renterisiconorm

0

0

 

 

 

Berekening renterisiconorm

 

 

Begrotingstotaal

73.685

73.685

Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage

20%

20%

Renterisiconorm

14.737

14.737

 

 Uit bovenstaande tabel blijkt dat onze gemeente ruim binnen de renterisiconorm blijft.

 

Kredietrisiconorm

In onderstaand overzicht wordt het kredietrisico op verstrekte gelden weergegeven. Bij
het uitzetten van middelen zijn ieder geval twee aspecten in het geding. Dit zijn een
voldoende kredietwaardigheid van de tegenpartij en een beperkt marktrisico.

Overige instellingen zijn de stortingen in het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting(SVn).
SVn ontwikkelt, beheert en verstrekt aantrekkelijke leningen voor het kopen,
verduurzamen en verbeteren van woningen en bedrijfsruimten.

 

De restant schuld onder woningcorporaties betreft een langlopende geldlening aan de Stichting Zeeuwland. Op deze lening wordt jaarlijks afgelost. Het rentepercentage van deze lening bedraagt 3,95%. Het laatste jaar van aflossing is 2051.

 

Kredietrisico

 

 

 

Risicogroep

Hypothecaire zekerheid

Restant schuld in € 1.000

%

Lokale verenigingen/stichtingen

neen

10

0,18

Overige instellingen

ja/neen

2.113

38,44

Woningcorporaties

neen

3.375

61,38

Totaal

 

5.498

100,00

 

Schatkistbankieren

De Wet HOF (Houdbare overheidsfinanciën) verplicht publieke instellingen al hun liquide middelen (boven drempelbedragen) die niet direct nodig zijn voor het uitvoeren van hun publieke taak aan te houden bij het ministerie van Financiën.

 

De hoogte van het drempelbedrag hangt af van omvang van de begroting. Tevens is met ingang van 1 juli 2021 deze regeling gewijzigd, waardoor verschillende drempelbedragen van toepassing waren.

 

Voor de periode januari tot en met juni 2021: tot een begrotingstotaal van € 500 miljoen is het drempelbedrag bepaald op 0,75% met een minimum van € 250.000.

 

Voor de periode juli tot en met december 2021: tot een begrotingstotaal van € 500 miljoen is het drempelbedrag bepaald op 2% met een minimum van € 1.000.000.

 

Voor Veere waren de drempelbedragen in 2021:

  • In de periode januari tot en met juni 2021: 0,75% x € 73.685.000 = € 552.638.
  • In de periode juli tot en met december 2021: 2% x € 73.685.000 = € 1.473.700. 

 

Ten gevolge van de verplichting van schatkistbankieren lopen wij geen debiteurenrisico meer. Onder debiteurenrisico wordt hier verstaan het risico dat uitgezette geldleningen niet worden terugontvangen van marktpartijen.

 

Renteschema

In onderstaand schema geven we inzicht in de rentelasten van externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening.

 

a

De externe rentelasten over de korte en lange financiering

 

 

 

 €        745.247

b

De externe rentebaten (idem)

 

 

-/-

 €        153.124

 

Saldo rentelasten en baten

 

 

 

 €      592.123

c1

De rente die aan de grondexploitatie moet worden toegerekend

-/-

 €   77.102

 

 

c2

De rente van projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

-/-

 €     8.546

 

 

c3

De rentebaat van doorverstrekte leningen indien daar een specifieke lening voor is aangetrokken (=projectfinanciering), die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

+

 €            -

 

 

 

Aan taakvelden toe te rekenen externe rente

 

 

 

 €    -   85.648

d1

Rente over eigen vermogen

 

 

+

 €                  -

d2

Rente over voorzieningen

 

 

+

 €                  -

 

Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente

 

 

 

 €      506.475

e

De aan taakvelden toegerekende rente (renteomslag 1% afgerond)

-/-

 

 

 €        500.230

f

Renteresultaat op het taakveld Treasury

 

 

 

 €          6.245