Paragraaf lokale heffingen

Inleiding
De paragraaf “Lokale heffingen” is voorgeschreven in artikel 10 van het “Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten” (BBV). De paragraaf moet ten minste bevatten:
1. de geraamde inkomsten;
2. het beleid voor de lokale heffingen;
3. een overzicht op hoofdlijnen van de diverse heffingen;
4. een aanduiding van de lokale lastendruk;
5. een beschrijving van het kwijtscheldingsbeleid.

Er zijn in Veere 8 heffingen. Deze zijn gelegitimeerd door verordeningen die door de gemeenteraad ieder jaar opnieuw worden vastgesteld. De heffingen verdelen we in twee categorieën, te weten:

Belastingen: heffingen die door de overheid dwangmatig worden opgelegd, zonder dat daar voor de belastingbetaler een individuele aanwijsbare prestatie tegenover staat. Belastingplichtigen hebben feitelijk geen keuzemogelijkheid.

Rechten: betalingen aan de overheid voor een door de overheid individueel geleverde specifieke overheidsprestatie. Vaak is de betaling slechts een deel van de werkelijke kosten. Rechten zijn gebaseerd op het profijtbeginsel (iemand die meer van de overheid profiteert, betaalt een hogere bijdrage). Belanghebbenden hebben min of meer de mogelijkheid om te kiezen of zij gebruik maken van een gemeentelijke dienst.

Waarom wordt er belasting geheven?
Een gemeente maakt geen winst zoals een private onderneming. De uitgaven die de gemeente jaarlijks moet doen voor het lokaal bestuur, zoals het onderhouden en in standhouden van wegen, scholen, openbaar groen etc. dekken we voor een groot gedeelte uit ontvangsten van het Rijk in de vorm van de algemene uitkering. Daarnaast ontvangt de gemeente doel- of specifieke uitkeringen van het Rijk. De bestemming van deze middelen is vooraf bepaald. Op grond van de gemeentewet kunnen de gemeenten belastingen heffen. Gemeenten mogen alleen belasting heffen voor zover de wet dit uitdrukkelijk toestaat.

Typen gemeentelijke belastingen
De gemeentelijke belastingen zijn te onderscheiden in twee typen. Er zijn belastingen/heffingen die een algemeen karakter hebben. Dit soort belastingen/heffingen zijn qua hoogte en besteding niet voor een specifiek doel bestemd, maar dienen ter dekking van algemene uitgaven. Te denken valt aan de OZB, de toeristenbelasting, hondenbelasting en forensenbelasting. Andere belastingen/heffingen besteden we aan een bepaald doel. De opbrengst van deze belastingen/heffingen mag nooit hoger zijn dan de kosten die voor dit bepaalde doel worden gemaakt. Hierbij valt te denken aan rioolheffing, afvalstoffenheffing en leges.

Totstandkoming van de tarieven
Jaarlijks stellen we bij de begroting de tarieven voor de belastingen/ heffingen, rechten en privaatrechtelijke heffingen vast. Per belasting/heffing stelt de raad jaarlijks een verordening vast met daarin doel, grondslag en tarieven van de belasting/heffing.

Tarievenbeleid
In principe verhogen we alle tarieven voor 2024 met het inflatiepercentage van 4,2%, met uitzondering van de onroerende zaakbelastingen. Voor  de OZB  voeren we in 2024 een extra verhoging in van 2,5%. Dit is een verhoging die al eerder gepland was in de meerjarenraming. De onroerendezaakbelasting voor niet-woningen wordt extra verhoogd met respectievelijk 8% voor eigenaren en 6% voor gebruikers. In de berekening van de algemene uitkering is de onroerende zaakbelastingen een inkomstenmaatstaf.  De capaciteit van deze belasting geldt als een korting in de algemene uitkering (WOZ-waarde x gemiddeld tarief in Nederland). We hebben geconstateerd dat deze korting in de algemene uitkering 40% hoger is dan de feitelijke opbrengst. De negatieve effect willen we de komende 4 jaar stapsgewijs ombuigen.

Met de toeristische sector zijn afspraken gemaakt over het verhogen van de tarieven toeristenbelasting als gevolg van inflatie. Op grond van die afspraken verhogen we het hoge en het lage tarief toeristenbelasting met € 0,05

Tarieven 2024

Soort

Grondslag

2023

2024

OZB

 

 

 

Woning eigenaar

WOZ-waarde

0,0783%

0,0835% *

Niet-woningen gebruiker

WOZ-waarde

0,1105%

0,1235% *

Niet-woningen eigenaar

WOZ-waarde

0,1387%

0,1691% *

Toeristenbelasting

 

 

 

Bezoeker

Per overnachting (laag tarief)

€ 1,35

€ 1,40

 

Per overnachting (Hoog tarief)

€ 2,05

€ 2,10

Afvalstoffenheffing

 

 

 

Gebruiker

Eenpersoonshuishouden

€ 229,65

239,25

 

Meerpersoonshuishouden

€ 243,25

253,45

 

Per lediging

€ 6,75

7,00

 

Eenpersoonshuishouden ondergronds

€ 253,65

264,30

 

Meerpersoonshuishouden ondergronds

€ 286,55

298,55

Rioolheffing

 

 

 

Eigenaar

Aansluiting woning € 200.000,- tot € 300.000,-

€ 68,67

€ 71,55

 

Aansluiting niet-woning € 200.000,- tot € 300.000,-

€ 100,56

€ 104,78

Gebruiker

Eenpersoonshuishouden waterafvoer (< 75m³)

€ 65,49

€ 68,24

 

Meerpersoonshuishouden waterafvoer (76m³ - 150 m³) 

€ 91,87

 € 95,73

Forensenbelasting

 

 

 

Forensenbelasting

WOZ-waarde

0,1565%

0,1631% *

Lijkbezorgingsrechten

 

 

 

Begraafrecht

Lijkbezorging

€ 2.025,00

€ 2.110,00

Recht op urnengraf

Urnengraf

€ 709,00

€ 736,00

Precariobelasting

 

 

 

Winkeluitstalling

per m²

€ 4,47

€ 4,65

Terras p/m kustkernen

per m² hoogseizoen

€ 8,58

€ 8,90

Hondenbelasting

 

 

 

Hondenbelasting

1e hond

€ 74,93

€ 78,05

 

2e hond

€ 131,61

€ 137,10

 

Kennel

244,86

€ 255,10

* voorlopig percentage

Onroerende Zaakbelastingen (OZB)
De grondslag voor deze heffing is de WOZ-waarde (waarde volgens de Wet Onroerende Zaken). De tarieven voor de OZB zijn mede afhankelijk van de getaxeerde waarden. Deze WOZ-waarden stellen we jaarlijks vast. De waarden met waardepeildatum 1 januari 2023 gelden voor het tijdvak 2024. De aanslagen OZB leggen we in 2024 gelijk op met de waardebeschikking.
 
De tarieven voor 2024 worden naast de inflatiepercentage van 4,2% verhoogd met 2,5%. De onroerendezaakbelasting voor niet-woning wordt extra verhoogd met respectievelijk 8% voor eigenaren en 6% voor gebruikers.  We houden in deze berekening nog geen rekening met de verwachte waardestijging. De werkelijke percentages presenteren we in het voorstel in december.

Forensenbelasting
De tarieven drukken we uit in een percentage van de WOZ-waarde. De hoogte van het tarief is mede bepalend door de gemiddelde waardedaling van het vastgoed binnen de Gemeente Veere. Voor de berekening van de tarieven is uitgegaan van inflatiepercentage van 4,2%. De gemiddelde waarde mutatie is op dit moment nog niet bekend.
 
Het grootste deel van de aanslagen forensenbelasting leggen we na 90 dagen direct definitief op. Het deel dat de woning verhuurd, wordt aan het einde van het jaar opgelegd, omdat pas na afloop van het kalenderjaar kan worden vastgesteld of het belastbare feit van de forensenbelasting (het meer dan 90 dagen voor zich of zijn gezin beschikbaar houden van een gemeubileerde woning) zich heeft voorgedaan. Ook in deze berekening is nog geen rekening gehouden met de verwachte waardestijging. Het werkelijke percentage presenteren we in december.

Toeristenbelasting
In 2023 hebben we weer een voorlopige aanslag opgelegd. De definitieve aanslag 2023 zal in maart 2024 worden opgelegd. De toeristenbelasting leggen we op in twee kohieren (2 aanslagen), één kohier tijdens het belastingjaar (een voorlopige aanslag) en één na afloop van het belastingjaar (definitieve aanslag). De voorlopige aanslag is 80% van de definitieve aanslag van het voorgaande jaar.
 
Vanaf 2024 worden de tarieven volgens afspraak verhoogd met 0,05. Het tarief voor winterarrangement en hemelvaart en Pinksteren verdwijnt. Deze worden niet of nauwelijks gebruikt. 

 

2023

2024

tarief p.p.p.n. laag tarief

€ 1,35

€ 1,40

tarief p.p.p.n. hoog tarief

€ 2,05

€ 2,10

Forfaitaire tarieven:

   

Voorseizoen plaats mobiel onderkomen

€ 110,70

€ 114,80

naseizoen plaats mobiel onderkomen

€ 85,05

€ 88,20

Jaar/Seizoen plaats mobiel onderkomen

€ 248,40

€ 257,60

Jaarplaats (chalets/stacaravan)

€ 377,20

€ 386,40

strandslaaphuisjes particulier*

   

Maand arrangement

€ 48,60

€ 50,40

Hemelvaart arrangement

€ 28,35

Vervalt

Winterarrangement

€ 27,00

Vervalt

 

Afvalstoffenheffing
In 2022 zijn we overgestapt op afrekening op basis van het aantal ledigingen voor rolcontainers. Om het risico te beperken werken we met een vast tarief inclusief 6 ledigen. 

Voor de huishoudens die afval aanbieden in een ondergrondse container hanteren we nog steeds een vast bedrag waarbij we onderscheid maken  tussen een eenpersoonshuishouden en een meerpersoonshuishouden. Op basis van het profijtbeginsel hanteren we voor een eenpersoonshuishouden en meerpersoonshuishouden met een extra vakantieonderkomen, een apart tarief. Dit om het principe de vervuiler betaald te handhaven.

Verder gelden de volgende uitgangspunten:
•    Differentiatie naar gezinssamenstelling;
•    Vast bedrag voor recreatieobjecten;
•    Vast bedrag voor een/meerpersoonshuishouden met vakantieonderkomen;
•    Afrekening op basis van het aantal ledigingen boven de 6 voor rolcontainers;
•    kwijtschelding voor alle ledigingen.

 

2023

2024

Eenpersoonshuishouden rolemmer

 € 229,65

€ 239,25

Meerpersoonshuishouden rolemmer

€ 243,25

€ 253,45

Eenpersoonshuishouden ondergronds

€ 253,65

€ 264,30

Meerpersoonshuishouden ondergronds

€ 286,55

€ 298,55

Extra container rest afval

€ 86,65

€ 90,25

Extra gft bak

€ 15,65

€ 16,30

Tarief per lediging rolcontainer

€ 6,75

€ 7,00

Berekening van kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing:

2024

2025

2026

2027

Kosten taakveld afval , inclusief rente

3.668

3.752

3.709

3.721

Inkomsten taakveld afval, exclusief heffing

-331

-331

-331

-331

Inkomsten taakveld reserves, onttrekking reserve (inv. perscontainers)

-44

-44

-44

0

Netto kosten taakveld

3.294

3.378

3.335

3.390

 

 

 

 

 

Toe te rekenen kosten

 

 

 

 

Overhead

216

216

216

216

BTW

557

557

557

557

Totale kosten 

4.067

4.151

4.108

4.163

 

 

 

 

 

Opbrengst heffingen

3.921

4.000

4.080

4.161

 

 

 

 

 

Dekkingspercentage

96,4%

96,3%

99,3%

100,0%

 

 

 

 

 

Inzet voorziening

146

152

29

2

Stijging tarief

4,20%

2,00%

2,00%

2,00%

Bedragen x € 1.000

De voorziening omvat op het moment van opstelling van de begroting een bedrag van € 584.000 In de jaren 2024-2027 zetten we hier € 328.000 van in om het tarief gelijkmatig te laten stijgen. Het restant betrekken we bij de evaluatie Diftar in 2024.

 

Rioolheffingen
Voor de rioolheffing gelden twee grondslagen. In de eerste plaats leggen we een aanslag per aansluiting op. Met ingang van 2018 is deze heffing per aansluiting gebaseerd op de hoogte van de WOZ waarde. Daarnaast leggen we een afvoerheffing op naar het waterverbruik.
 

Berekening van kostendekkendheid van de rioolheffing:

2024

2025

2026

2027

Kosten taakveld riolering , inclusief rente

2.228

2.261

2.286

2.320

Inkomsten taakveld riolering, exclusief heffing

-39

-39

-39

-39

Netto kosten taakveld

2.189

2.222

2.247

2.281

 

 

 

 

 

Toe te rekenen kosten

 

 

 

 

Overhead

235

235

235

235

BTW

371

375

379

385

Totale kosten 

2.795

2.832

2.861

2.901

 

       

Opbrengst heffingen

2.684

2.737

2.792

2.848

 

 

 

 

 

Dekkingspercentage

96,0%

96,7%

97,6%

98,2%

 

       

Inzet voorziening

111

95

69

53

Inzet algemene middelen

0

0

0

0

Stijging tarief

4,20%

2,00%

2,00%

2,00%

 Bedragen x € 1.000

De voorziening omvat op het moment van opstelling van de begroting een bedrag van € 611.000 In de jaren 2024-2027 zetten we hier € 328.000 van in om het tarief gelijkmatig te laten stijgen.

 

Lijkbezorgingsrechten
De kosten van het onderhoud van de begraafplaatsen en het dekken we volledig uit de lijkbezorgingsrechten. De tarieven verhogen we in 2024 met het inflatiepercentage 4,2%.

 

Berekening van kostdekkendheid van de lijkbezorgingsrechten

2024

2025

2026

2027

Kosten taakveld begraafplaatsen en crematoria, inclusief rente

554

580

581

581

Inkomsten taakveld begraafplaatsen en crematoria, exclusief heffing

87

82

81

81

Netto kosten taakveld

466

499

500

500

 

       

Toe te rekenen kosten

       

Overhead 

280

280

280

280

Totale kosten 

746

778

779

780

 

       

Opbrengst lijkbezorgingsrechten

497

497

497

497

 

       

Dekkingspercentage

67%

64%

64%

64%

 

Precariobelasting
Voor de heffing geldt een dusdanig aantal tarieven dat er bij de verordening een aparte tarieventabel is gevoegd. Voor 2024 verhogen we de tarieven met het inflatiepercentage van 4,2%. De heffing van de precariobelasting berust op de volgens de vergunning toegestane m².

Hondenbelasting
Voor 2024 verhogen we de tarieven met het inflatiepercentage van 4,2%.

Kostenbesluit Naheffingsaanslagen parkeerbelastingen
Op grond van artikel 11 van de Verordening parkeerbelastingen 2024 is het maximale tarief van de naheffingsaanslag parkeerbelasting € 76,70. De kosten voor het opleggen van een naheffingsaanslag parkeerbelasting ramen we als volgt:

 

Berekening kosten opleggen naheffingsaanslagen parkeerbelastingen  
   
Vaste en variabele informatieverwerkingskosten   € 467.000
Kosten van afschrijving en rente automaten € 161.000
Personele kosten € 534.000
Totaal € 1.162.000
   
Aantal naheffingsaanslagen 2024 10.500
Kosten per naheffingsaanslag € 110,67
   
Te hanteren maximaal tarief € 76,70
Dekkingspercentage 69%

 

Leges
De leges verhogen we met het inflatiepercentage van 4,2%. Uitzondering hierop zijn de tarieven die door het rijk worden bepaald. Daarnaast is Titel II volledig aangepast op basis van de invoering van de omgevingswet.

Omdat we over tal van producten leges heffen geven we in de volgende tabel de kostendekking per hoofdstuk in de legesverordening weer. In de onderstaande tabel geven we het kostendekkingspercentage per titel weer en vervolgens per hoofdstuk. Per hoofdstuk wordt duidelijk dat bij enkele producten de baten hoger zijn dan de kosten (zie hiervoor onderstaande tabel).

 

Geraamde inkomsten (x € 1.000) 

Soort belasting/heffing

Raming 2024

Raming 2025

Raming 2026

Raming 2027

Toeristenbelasting

10.501

10.700

10.903

11.103

Onroerende zaakbelasting

6.658

7.033

7.333

7.682

Afvalstoffenheffing

3.921

4.000

4.080

4.161

Rioolheffing

2.684

2.737

2.792

2.848

Forensenbelasting

2.007

2.007

2.007

2.007

Lijkbezorgingsrechten

497

497

497

497

Precariobelasting

176

176

176

176

Hondenbelasting

143

143

143

143

Totaal

26.586

27.293

27.930

28.617

 

Kwijtschelding
Het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid maakt deel uit van het gemeentelijk minimabeleid. Het kwijtscheldingspercentage dat we hanteren bedraagt 100%. Of een belastingplichtige in aanmerking komt voor kwijtschelding beoordelen we aan de hand van een inkomens- en/of vermogenstoets. Bij deze toets nemen we de kosten van bestaan voor 100% mee, volgens de bijstandsnorm. Zo maken we maximaal gebruik van de wettelijke vrijheden op dit gebied. Kwijtschelding kan alleen van de aanslag onroerende zaakbelastingen, afvalstoffenheffing en rioolheffing.

 

Lokale lastendruk (coelo) 

Kengetallen belastingcapaciteit 2024

A

OZB lasten voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde

 

€  351,04

B

Rioolheffing voor een gezin bij de gemiddelde WOZ waarde

 

Rioolheffing

eigendom

€ 71,55

   

 

 

gebruik

 € 95,73

     €  167,28

C

Afvalstoffenheffing voor een gezin vast bedrag

 €  253,45

 

Gemiddelde aantal ledigingen (9 ledigingen-6 in vaste bedrag)

€    21,00

D

Heffingskorting

 €         -  

E

Totale woonlasten voor gezin bij een gemiddelde WOZ waarde

 €  792,77

F

Woonlasten landelijk gemiddelde voor gezin bij een gemiddelde WOZ waarde

 €  944,00

 

Gemeentelijke belasting capaciteit

E/F * 100%

83,98%